AJC
In de “Oud-Rotterdammer” (O.R.) van 2 september j.l. werd in de rubriek “KEN JE DIT NOG” een foto gepubliceerd van een man met een grote rode vlag en de letters A.J.C. met de vraag aan de lezers of zij wisten waar die letters voor stonden en wie daar wat over kon vertellen. Een van onze leden, de oud-Rotterdammer Coby van de Velde, wist heel goed dat het hier om de “Arbeiders Jeugd Centrale”, de AJC dus, ging en reageerde op die oproep. Haar verhaal werd gepubliceerd in de O.R. van 30 september. Omdat het hier om een stukje geschiedenis van onze partij gaat dat misschien niet bij iedereen bekend is en ook niet iedereen de O.R. tot beschikking heeft publiceren we hier de bijdrage van Coby.
De Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) was een socialistische jeugdbeweging die in 1918 opgericht werd door de SDAP en na de oorlog gelieerd was aan de PvdA.
De AJC had tot doel de arbeidersjeugd te “verheffen”. Het socialistische cultuurideaal werd vormgegeven door het streven naar goede omgangsvormen en vriendschappelijke omgang tussen jongens en meisjes d.m.v. ontmoeting via muziek, zang, lekenspel, volksdans, sport, spel en beleving van de natuur d.m.v. kamperen, wandel – en fietstochten, enz.
Ik kwam in 1949 in Rotterdam-Noord op 8 jarige leeftijd bij de “zwaluwen” (Flierefluiters). We droegen daar een blauwe blouse met gele das. Op mijn 12e ging ik over naar de “trekvogels” (Wielewaal) en kreeg een rode das. Vanaf 16 jaar werden we “rode valken” (weet ik geen naam meer van). Veel rode valken werden kaderleden bij de zwaluwen en trekvogels en je noemde de leiding gewoon bij de voornaam!
Alles was ingedeeld in vogelnamen en termen.
Van de trekvogels weet ik nog dat de groep een “vlucht” werd genoemd die onderverdeeld was in “koppels”. Dat waren kleine groepjes die eens per week bij een der leden een huiskamerbijeenkomst hadden waar o.a. creativiteit, voorlezen en praten over belangrijke onderwerpen aan de orde kwamen. Die koppels vormden dan samen de vlucht, die zaterdagsavonds bijeenkwam voor een heerlijke avond met spanning en vermaak en meestal ook nog op zondag voor volksdansen of natuurbelevingen.
Alle vluchten uit de diverse Rotterdamse stadsdelen kwamen een enkele keer per jaar bij elkaar voor een gezamenlijke ontmoeting en vormden dan een “zwerm” (Wolkenland).
De AJC pakte flink uit op 1 mei met optochten, rode vanen en dansen rond de meiboom.
Er vonden ook landelijke ontmoetingen plaats met als middelpunt de Paasheuvel te Vierhouten. Menige AJCer heeft daar gebivakkeerd. Een tijd lang vond daar nog jaarlijks een reünie plaats waar veel oudAJCers een fijne ontmoetingsdag hadden met gelijkgestemden Zang en dans hadden nog niets ingeboet. Zet een lied in en het hele openluchttheater valt spontaan in want iedereen kent alle liederen nog! Datzelfde gold voor het volksdansen, voorzover de stramme benen dat nog aankonden!
De vorming binnen de AJC was van grote invloed op je levenswijze. Het was tevens een kweekvijver voor (landelijk bekende) bestuursleden in de politiek, vakbond, enz. Vriendschap was één der belangrijkste pijlers waarop de AJCers onderling konden steunen. Vele relaties ontstonden en hielden jarenlang stand. Zelf had ik ook een z.g. “AJC-huwelijk”.
In 1959 werd de AJC opgeheven en daarvoor in de plaats kwam Jeugd- en jongerencentrum Ruimte. Dat werd geen succes. De naam was wel veranderd alsmede de doelstelling en bedachte invulling en uitvoering daarvan. Maar van de (overgebleven) AJCers kon niet verwacht worden dat zij spontaan zouden gaan participeren. Echt niet!
Eens een AJCer, altijd een AJCer!
Coby van de Velde, Zwijndrecht.