Sinds de gruwelijke moord op George Floyd gaan mensen over de hele wereld de straat op om te strijden tegen racisme, ongelijkheid en politiegeweld. Er werd jarenlang nauwelijks gesproken over racisme in de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Na lang aarzelen en ontkennen werd het ongemakkelijke racismedebat eindelijk in de Kamer gevoerd. In de Volkskrant gaf Dion Mebius aan dat het Kamerdebat uitmondde in geruzie en gescheld. Naar mijn mening klopt dit niet. Gisteren vond er een open en eerlijk debat plaats over institutionele racisme in Nederland.
De afgelopen weken gingen tienduizenden Nederlanders de straat op om te protesteren tegen racisme en politiegeweld. Ook in Nederland laaien de emoties in het racismedebat op. Het gesprek over racisme is uiteindelijk een ongemakkelijk gesprek wat gevoerd moet worden. Institutioneel racisme vind je in Nederland onder meer op onze huizenmarkt, in onze tradities, politiekorpsen, onderwijs en sollicitatieprocedures. En als je het debat in de maatschappij volgt, dan zie je dat er op dit moment twee groepen zijn die met hete hoofden en koude harten tegenover elkaar staan en flink botsen. Maar dat Nederlanders discrimineren strookt niet met ons progressieve, tolerante zelfbeeld. En ja, moeten erkennen dat ook in ónze cultuur, instituties en omgangsvormen mechanismen zitten die mensen systematisch achterstellen, is pijnlijk om te moeten constateren.
Het ongemak erover is groot en het gesprek wordt vaak verhit of helemaal niet gevoerd. Dan is het meer dan logisch dat dat ongemak ook terugkomt in het Kamerdebat over racisme. Wouter de Winther, politiek verslaggever voor De Telegraaf gaf terecht aan in HP/De Tijd dat de ruwe woordenwisselingen in de Tweede Kamer het resultaat is van het feit dat dat orgaan steeds meer op onze samenleving begint te lijken. Het is dan ook logischerwijs dat het taalgebruik scherper wordt en de woordenwisselingen heftiger.
Naar aanleiding van de vele demonstraties hebben diverse partijen inmiddels plannen gepresenteerd om institutioneel racisme tegen te gaan. Zo bepleitte PvdA-leider Lodewijk Asscher dat het bestrijden van racisme en discriminatie ‘chefsache’ moeten worden en voortaan rechtstreeks onder premier Rutte komen te vallen. Ook pleit Asscher voor de instelling van een staatscommissie die institutioneel racisme moet gaan onderzoeken. Na een zware dag debatteren over zo’n beladen onderwerp is er besloten om in 2023 een herdenkingsjaar over slavernij te houden. Dat het onderwerp ‘racisme’ besproken is in de Tweede Kamer is misschien wel het belangrijkste winst. En er zullen nog vele debatten volgen, maar het is belangrijk om ruimte te maken voor een open dialoog en het ongemak wat daarbij kan komen kijken.