2 december 2014

Lessen uit het verleden

Het boek is al een tijdje uit, maar voor een kloek boek moet je rustig de tijd nemen.

Vorig jaar verscheen “De eerste honderdvijftig jaar parlementaire geschiedenis van Nederland” van onze voormalige senator en hoogleraar J.Th.J. van den Berg en wijlen J.J. Vis, eveneens hoogleraar die ook in de Eerste Kamer zat, maar dan voor D66. Het boek is een zeer toegankelijk geschiedwerk over ons parlement tussen 1796 en 1946. Op basis van een zeer groot aantal bronnen maakt de lezer kennis met de ontwikkelingen van de Bataafse Republiek, de moeizame politieke vorderingen in de 19e eeuw en in de laatste eeuw de opkomst van de moderne politieke stromingen.

Bekend van de straatnaambordjes

Een groot aantal staatslieden krijgt door dit boek een gezicht en namen die je wel van de straatnaambordjes kent, zijn nu beter in hun historische context te plaatsen. Ondanks de meer dan 700 pagina’s behoudt het boek vaart en voert de lezer langs een groot aantal onderwerpen. Na de Franse tijd zijn dat bijvoorbeeld de vorming van het koninkrijk met België, de moeizame verhoudingen met de koningen in de 19e eeuw, de grondwetsherzieningen en de koloniale politiek. Als in 1922 eindelijk alle volwassenen kiesgerechtigd zijn, is daar een lange strijd aan vooraf gegaan. Ook de onderwijskwestie heeft de gemoederen dan al decennia lang verhit.

Boeiende conclusies

Als lezer in 2014 maak je al snel vergelijkingen met de politiek in onze tijd. De soms jarenlange strijd om soms kleine vooruitgang te boeken is zeer herkenbaar. Sowieso kun je uit dit geschiedenisboek interessante conclusies trekken. Een aantal daarvan zijn:

  • in omstreden kwesties wordt vaak juist door externe oorzaken een doorbraak bereikt; onder invloed van revoluties elders stemde koning Willem II toe in een grondwet met een grotere rol voor het parlement. Tijdens de Eerste Wereldoorlog pakte de overheid veel sociale taken op die eerder bleven liggen;
  • veel pogingen iets te veranderen stranden, maar zijn niet altijd nutteloos. Ook vroeger werden veel heikele kwesties in commissies ‘geparkeerd’. Meestal verdween het rapport in een diepe lade en vaak na meerdere aanlopen werden veranderingen pas doorgevoerd. Van mislukte pogingen tot verbetering werd vaak geleerd en op een gunstiger moment konden toch grote veranderingen in de grondwet tot stand komen;
  • succesvolle regeringen werden vaak niet beloond met goede verkiezingsresultaten; gedurende vrijwel de hele parlementaire geschiedenis was het regel dat regeringen niet lang in het zadel bleven. Het parlement keerde zich vroeger, vooral toen er nog geen reguliere partijen waren, vaak tegen de ministers. Het kabinet Cort van der Linden tijdens de Eerste Wereldoorlog bijvoorbeeld kreeg veel lof toegezwaaid, maar de kiezers dachten daar anders over.

Naar de PvdA

Verder is het interessant te zien dat het zeer lang duurde voordat de sociaaldemocratische SDAP voet aan de grond kreeg. Hoewel vanaf de invoering van het algemene kiesrecht steeds wel 20% van de kiezers werd bereikt, bleef de SDAP als ´ongewenste partij´ aan de zijlijn staan. Pas in 1939 werd voor het eerst aan de regering deelgenomen. Na de oorlog ging de SDAP samen met de Vrije Democratische Bond en de Christelijk-Democratische Unie verder om de doorbraak te forceren. Dat bleek nog een hele kluif!